“En, als ze het nou niet doen?“ (Bron: Leadership lessons from a dancing guy) Afgelopen donderdag gebeurde het weer, die vraag van een jonge leidinggevende: “En wat doe je nou als ze het gewoon niet doen?”… Het blijft fascineren, dat leidinggeven. Het heeft iets spannends als je positie ten opzichte van je collega’s verandert en je gevraagd wordt om vanaf nu het voortouw te nemen en ‘de lakens uit te delen’. In dat leidinggeven is de laatste tijd veel veranderd. Het is net alsof we steeds minder ‘volgers’ en steeds meer ‘leiders’ gekregen hebben, maar bij veel jonge chefs lijkt die ontwikkeling nog niet te zijn doorgedrongen en dát leidt vaak toe gedoe. Tijdens trainingen valt het me steeds vaker op in de gesprekken die ik heb met jonge leidinggevenden: Leidinggeven is leuk én lastig! Hoe komt het dat verantwoordelijkheid geven en nemen steeds opnieuw tot interessante gesprekken leidt? Wat merk je van het vertrouwen dat in je gesteld wordt en hoe ga je om met de ontwikkeling van je medewerkers? Het is niet niks als je door je chef gevraagd wordt om voor het eerst een groep collega’s te begeleiden. Ineens lijken de verhoudingen te veranderen en sta je niet meer ‘tussen’ de mensen van de afdeling, maar lijkt er iets magisch te gebeuren. Er wordt aan je gevraagd om ‘boven’ ze te gaan staan. Tenminste dat is dan wat sommigen ervaren. Maar zal je geaccepteerd worden als de nieuwe chef, zullen ze je volgen? Dat ‘er boven staan’ betekent dat je gelegitimeerd een hoeveelheid macht krijgt. Jíj hebt het nu voor het zeggen. Jíj bent verantwoordelijk voor het doen enlaten van de club en als er vragen zijn, dan mag jíj ze oplossen. Nou, gefeliciteerd! Als nieuwbakken leidinggevende word je je ineens bewust van begrippen als: ‘Forming, Storming, Norming en Performing’. Als je ze niet op een cursus krijgt aangereikt, dan gebeurt het wel in de praktijk. Het lijkt erop dat je er nu voor wordt betaald om de problemen van anderen op te lossen. Als je niet oppast ga je je eenzaam voelen. Het ‘It’s lonely at the top’, begint vervelende vormen aan te nemen als je in je omgeving hoort fluisteren: “Wat kunnen we met die nieuwe, hoe ver zal’ie gaan?” Zonder dat er bewust op gestuurd is komt de nieuwbakken chef in een positie terecht waarin hij zich verantwoordelijk(er) voelt en waarin het lijkt alsof zijn medewerkers minder zwaar trekken aan de gegeven taak. De vraag is of dat zo is en wat je er aan doet als je dat gevoel hebt? Het geven van leiding aan een groep mensen kan ervaren worden als een vorm van dienstbaar zijn aan de organisatie en aan de mensen met wie je werkt. Door jouw kijk op het team en door jouw interventies, leren ze om samen te werken, zelfstandig opdrachten uit te voeren, verantwoordelijkheid te dragen en in staat te zijn om zich verder te ontwikkelen. Wanneer jonge (en ook oudere) leidinggevenden praten over het plezier van leidinggeven gaat het bijna altijd om het begeleiden van de ontwikkeling van medewerkers en daar zit’m ook meteen de kneep. Ontwikkeling gaat over het individu. Het gaat over waarom mensen doen wat ze doen, wat ze willen bereiken en wat ze daarvoor nodig hebben. Ontwikkelen is vragen stellen, bewustwording faciliteren en ruimte geven om te experimenteren. Dat is iets anders dan zeggen wat ze moeten doen en de problemen voor ze oplossen. Het is ook heel iets anders dan dreigen met sancties en ontslag, dat eigenlijk alleen staat voor onmacht en onvermogen. Ontwikkelen vraagt om ruimte en creativiteit, niet om een knellend hoog-laag paradigma. Behandel je medewerkers als volwassen, zelfstandige en verantwoordelijke collega’s. Vraag ze waarom ze doen wat ze doen? Een antwoord als: ‘Ik weet het niet….’ is geen optie! De verhoudingen zijn helder: als medewerker heb je er voor gekozen om hier te werken. Wij willen graag met jou samenwerken en zetten daar natuurlijk de beloning tegenover die we samen hebben afgesproken. Als je te laat bent of je de afgesproken taken niet hebt kunnen uitvoeren, ontstaan er vragen: Hoe is het probleem ontstaan? Wat heb je geleerd en hoe voorkom je het de volgende keer? Heb je hulp nodig? Wat heb je van mij nodig? Leidinggeven is een dynamisch proces dat steeds opnieuw mogelijkheden biedt voor vernieuwing en andere invalshoeken. Nieuwe medewerkers hebben duidelijkheid en vertrouwen nodig, maar bovenal mogen ze aangesproken worden op wie ze zijn: jongvolwassenen met een eigen kijk op de wereld en op het werk dat ze doen. Ga dáár maar eens over in gesprek, het biedt ruimte voor afspraken en het kan een fantastische bron van inspiratie zijn. (Dit blog is ontstaan als gevolg van de trainingen die ik op dit moment geef aan middenkader in de retail-branche. We realiseren ons soms te weinig wat het effect van jonge leidinggevenden is op hele generaties vakkenvullers, krantenbezorgers en jonge mensen in de horeca. Die eerste baantjes, dat eerste contact met een leidinggevende is een geweldige leerschool en kan bijdragen aan een flink stuk persoonlijke groei. Gelukkig realiseren we ons dat steeds meer!) | ||||||
Ik ben m’n eigen BV “Ik wil natuurlijk graag m’n steentje bijdragen …”, zei de man die voor me zat. Er viel een stilte die ongemakkelijk aanvoelde. Hij schraapte zijn keel, keek even naar buiten en zei toen zachtjes: “Maar alleen als ze me accepteren zoals ik ben…” En weer was het pijnlijk stil. Hij draaide z’n hoofd en keek me nadrukkelijk aan. Alsof hij wilde zeggen: “Begrijp je wat ik bedoel”? We zaten te praten in een grijze, wat anonieme kantoorruimte. Door de dunne wanden heen hoorde ik dat er naast ons een telefoongesprek gevoerd werd. Dit was geloof ik het moment waarop we ons beiden realiseerden waar het om draaide. Ik pakte het plastic koffiebekertje dat voor me stond, nam een slok en knikte. Vraagstukken die te maken hebben met erkenning, respect en zingeving lijken zich steeds meer voor te doen op het werk. Je zou kunnen zeggen dat mensen, meer dan vroeger, verlangen naar contact. Het zijn vragen als: Heb jij het gevoel dat je welkom bent? Wanneer kom je tot de conclusie dat je werk echt gewaardeerd wordt? En, ben je geïnteresseerd in de mensen met wie je werkt en aan wie je leidinggeeft? Deze vragen spelen steeds vaker een belangrijke rol in het welzijn en het geluk dat mensen ervaren. Ik merk dat als je gericht op zoek gaat naar de antwoorden op die vragen, dat je dan vanzelf iemand ontmoet die nadenkt over dezelfde thema’s, maar andere keuzes maakt dan vroeger. Zo sprak ik een man die zijn ‘persoonlijke BV’ had opgericht. Hij bedoelde niet de bekende rechtsvorm, maar beschreef zichzelf als duurzame onderneming. Een bedrijf van vlees en bloed met een ziel als kern en een winst- en verliesrekening die gebaseerd is op positieve energie. “Kijk, zei hij: de ‘BV Jansen’ is ontstaan in een tijd dat het niet zo goed met me ging. Mijn ex en ik waren net uit elkaar. Ik was verhuisd en mijn nieuwe leven was niet waar ik bewust voor gekozen had. Mijn werk had me uitgeput en datzelfde effect had het ook op m’n huwelijk. Ik begreep pas veel later dat ik zelf de oorzaak was en geen aandacht had voor de keuzes die ik toen onbewust maakte. Na de scheiding besloot ik dat het begrip ‘vrijheid’ een andere lading zou krijgen. Het plezier dat ik met mijn kinderen deelde werd ineens veel belangrijker dan de energie die ik in mijn werk stak. Ik wilde ruimte overhouden voor dingen die ik werkelijk belangrijk vond en dingen doen waardoor ik het gevoel kreeg echt een bijdrage te leveren. Het gevolg was dat ik op m’n werk en in m’n leven andere prioriteiten ben gaan stellen. Alles waar ik geen energie van kreeg zette ik zoveel mogelijk op een laag pitje. Slopende vergaderingen probeerde ik te ontwijken, vrienden die niet pasten in ‘mijn core-bussiness’ ging ik uit de weg en ik probeerde zo weinig mogelijk op kantoor te komen. In plaats daarvan zocht ik een chef die me inspireerde, opdrachten waar ik energie van kreeg, collega’s die me werkelijk waardeerden en een omgeving met vrienden waar ik me thuis voelde”. Tijdens ons gesprek valt me op hoe geconcentreerd hij zich ‘in het moment’ bevindt. Alles vindt plaats in het nu, want hij heeft geleerd dat richten op de toekomst of het verleden een energielek kan opleveren. De tijd die we samen invullen is quality-time. Het is een gesprek tussen twee mannen over de zin van leven en werken. We praten over het belang van de omgeving. Het werken in een context die je voedt, omdat je aandacht gericht is op dat wat mensen samen presteren in het grootste respect voor elkaars kwaliteiten. Meneer Jansen is een persoonlijke BV. Het is een zelfgekozen eenmans-project dat duurzame energie produceert. Het is pure ‘groene-stroom’ die niet alleen hem gelukkig maakt, maar ook zijn kinderen en de mensen met wie hij leeft, samenwerkt en van energie voorziet. ‘THE BALLS TO STAND NAKED’ - Nic Askew is filmmaker en verspreidt via soulbiographies bijna wekelijks zijn korte gefilmde interviews. Dit gesprek met Dominic Miller (gitarist in de begeleidingsband van Sting) laat iets zien van het verschil tussen gevangen zijn in een zelfgekozen gouden kooi en de energie die ontstaat als de keuze voor een ‘Eigen BV’ is gemaakt. | ||||||
Het wordt niks zonder verbinding! Afgelopen week werd ik gebeld met de vraag of ik als dagspreker een groep ondernemers wilde begeleiden op hun jaarlijkse bijeenkomst. Altijd leuk zo’n vraag en zeker als het om ondernemers gaat. Echte ondernemers zijn wars van ‘zo hoort het’ en ‘dit zijn de regeltjes’. Ze zoeken zelf een weg en hebben een aangeboren eigen-wijsheid die ontnuchterend werkt. Mij helpen ze om me uit m’n dromen wakker te schudden. Een ondernemer weet precies waar de grens loopt tussen idealen en werkelijkheid en ziet daarin kansen ontstaan. Groot was mijn verbazing dan ook toen ik hoorde dat het thema van de dag ‘verbinding’ zou zijn en of ik ‘iets’ met dat onderwerp wilde doen? Als ik me met zo’n onderwerp ‘verbonden’ heb ontmoet ik mensen die er schijnbaar uit zichzelf diepte aan geven. Een danseres vertelt me over de lessen die ze geeft aan haar leerlingen. Ze laat gracieus zien hoe je jezelf opent als je je armen spreidt. Het is een gebaar dat me onwillekeurig raakt. Het heeft zowel kwetsbaarheid als kracht in zich. En die twee kanten zijn bepalend voor mijn onderwerp. Openen en sluiten zijn bewegingen die we maken met veel meer dan ons lichaam. Vaak begint het in ons denken. The Mind bepaalt of we open staan of ons afsluiten. En er is niks mis met je afsluiten. Als ik zit te schrijven is het heerlijk om me af te sluiten en m’n eigen wereld te creëren. Lastiger wordt het als ik op zoek zou willen naar nieuwe ideeën en inspiratie, terwijl ik ben afgesloten voor de buitenwereld. In een tijd van crisis is het niet handig om je af te sluiten. Toch is dat wel wat ik om me heen zie. Angst of je verloren voelen, wat de oorzaak ook is, leiden vaak tot afsluiten en het verbreken van de verbinding. Het gevoel dat je het zelf moet opknappen als het tegenzit, of dat je een ander niet kunt vertrouwen, kunnen ook bepalend zijn voor dat gedrag. Verbinding maken kan pas als er iets is dat verbindt. Dat kan van alles zijn: de nieuwe auto van de buurman, een verloren voetbalwedstrijd of de buurtbarbecue. Zelfs, of beter gezegd, juist de crisis zorgt voor verbinding. Realiseer je wel dat je er wat voor moet doen. Alleen al het idee dat een gesprekje beginnen ruimte geeft in je eigen ideeënwereld en sterker maakt, kan een stimulans zijn om te verbinden. Onze eigen kijk op de omgeving ontstaat vanuit een ruime of beperkte blik en die blik bepalen we zelf. Het is alsof de fotograaf kiest voor een groothoek in plaats van een lens met een smalle opening. Loesje zegt terecht: ‘Leven is het meervoud van lef’! Verbinding zit in de menselijke natuur, afzondering ook. De vraag is of we ons dat bewust zijn en wat we met dat gegeven doen. (‘THE BIRDMAN’ van Jessie Auritt laat iets zien van een authentieke ondernemer met een afwijkende stijl zaken doen. The birdman vaart zijn eigen koers en verbindt zich op een eigen manier met zijn klanten en zijn handel.) | ||||||
Levenskunst: ervaren door te leven Vorige week liep ik met twee vrienden het eerste stuk van het Marskramerpad van Bad Bentheim naar Oldenzaal, toen het woord ‘levenskunst’ voor het eerst viel. ’s Avonds aan tafel spraken we er over door. Het woord en de betekenis die het heeft fascineren me. Het gaat me niet zozeer om de definitie maar hoe ik en wij het begrip levenskunst inhoud geven. Heb jij wel eens nagedacht over je leven als kunst? Ben jij een levenskunstenaar? Wat is dat precies de kunst van het leven? Gesprekken met anderen hebben een voedende werking op me. Je denkt na over het leven, over de unieke manier waarop elk van ons daar mee omgaat. Zo zijn we uniek in de manier waarop we de wereld aan onszelf weergeven en de ruimte met anderen delen. Bestaat leven niet vooral uit delen? Het delen van de ruimte, het delen van het werk en het delen van wat de aarde voorbrengt? Het blijkt niet makkelijk, want in delen ontstaat steeds weer spanning. Heb ik wel genoeg? Kom jij ook aan je trekken? Hoe doen we dat samen? Leven is meervoud, je doet het samen en daardoor krijgt levenskunst inhoud en betekenis. Bij samen delen gaat het dus ook over het bewaren van je eigenheid in een veranderende omgeving die veel van je vraagt. We passen ons voortdurend aan. Je groeit mee, maar wanneer raak je de kern en lever je je principes in? In organisaties zie je dat vaak bij nieuwe medewerkers die na verloop van tijd ‘de kleur van het behang aannemen’. Ze gaan op in de mores van het bedrijf. De eigenheid, die hen onderscheid van anderen, zijn ze kwijtgeraakt. Levenskunst is geven zonder te veel van jezelf in te leveren en vast te houden aan waar je werkelijk in gelooft. Misschien hoort daar zelfs een bepaalde vorm van discipline bij. Een discipline die vereist dat je steeds weer bij jezelf nagaat of het klopt wat je doet. En vervolgens de moed hebben om te kiezen, op te staan en te zeggen dat je niet meegaat met de rest, maar je eigen weg gaat. De levenskunstenaar beschikt over een vorm van rijkdom die verder gaat dan geld en macht. Hij verlangt naar een vorm van schoonheid en vrijheid die natuurlijk is en van binnen zit. We kennen dat allemaal als we kijken naar spelende kinderen, vlinders in een bloementuin en een violist op een bankje in het park. Het valt pas op als we de tijd nemen om er bij stil te staan. En we creëren het zelf door belangeloos te geven van wat we hebben en waar we goed in zijn. Het is een vorm van liefde en geluk die als vanzelf ontstaat als je er aandacht aan geeft en open staat voor de vraag van een ander. Ik weet niet of ik zo de kern geraakt heb en eigenlijk vind ik dat ook niet zo belangrijk, want dan heb je gauw zoiets als ‘de waarheid’ en dat is niet waar het om gaat. Levenskunst heeft vele vormen en ontstaat door er zelf werk van te maken en dát lijkt me een bevrijdende gedachte. (Het filmpje: ‘A Reflection’ is van Variable en vertelt het verhaal van Władysław Tomczyk een violist en voormalig succesvol zakenman uit Katowice. Levenskunst heeft vele gezichten, dit is er een) | ||||||
Liefde en het belang van aandacht Liefde, misschien is het wel het kernthema van ons leven. Na het lezen van ‘The world book of Love’ van Leo Bormans, (overigens een schitterend boek) las ik toevallig een blog van een vriend over dit onderwerp en dat inspireerde me. Want waarom is de liefde zo belangrijk en waarom is het fijn dat er meer is dan wat de gemiddelde liedjesschrijver er van maakt: ‘ik hou van jou’ en ‘wat ben je lief’. Als ik er wat over zou mogen zeggen dan zou ik liefde willen beschrijven als een staat van innerlijke overvloed. Een soort levenshouding die gericht is op geven of dienen. Een overtuiging die gebaseerd is op onbegrensde mogelijkheden. Liefde gaat verder en maakt je bewust van wie je bent en waar je voor staat. Liefde is geven én ontvangen. Het is een voedend principe, en dát zijn we ons misschien nog te weinig bewust. Het leuke is dat het zo makkelijk te pakken en te begrijpen is. Er zijn genoeg voorbeelden. Elke dag ervaar je liefde, als je er op let. Je merkt het wanneer de liefde stroomt als je open bent en naar buiten gericht. Je ervaart verkramping, negativiteit en een gebrek aan energie als je gesloten bent en naar binnen gekeerd. Liefde is levensenergie en met die energie zijn we in staat om ons groeiproces (en dat van anderen) te voeden en richting te geven. We doen dat door onze aandacht te richten. Soms lukt dat, maar vaak doen we iets anders. We laten ons afleiden en zijn druk, druk, druk. Het hoofd, ons denken, neemt de overhand. We kijken, maar we zien niet werkelijk. Het hart krijgt niet de rol die het verdient. Gisteren reed ik naar de supermarkt om boodschappen te doen. Het wekelijkse ritueel van boodschappenkar, boodschappenbriefje, lege flessen inleveren, je kent dat vast wel. Bij ons thuis doe ik de wekelijkse boodschappen, omdat ik er plezier aan beleef en mijn partner het eerder ziet als een noodzakelijk kwaad. Het plezier ontstaat bij mij door te kijken naar de mensen om me heen. Door te zien hoe gezinnen winkelen, samen overleggen en keuzes maken. Mensen zijn zo verschillend en die verschillen fascineren me. Het is de manier waarop iemand naar een product vraagt, of afrekent bij de kassière. De wijze waarop een oude dame geholpen wordt om een potje te pakken waar ze net niet bij kan, of hoe een jengelend kind terecht wordt gewezen door zijn moeder… Door open te staan en te kijken, vragen te stellen en nieuwsgierig te luisteren, geef je aandacht, geef je liefde. Toen ik m’n boodschappen aan het inladen was, stopte er naast me een auto met een klein jongetje in een kinderzitje op de achterbank. Zijn moeder bevrijdde hem uit zijn stoeltje en zette hem op z’n voetjes naast de auto. Het kereltje keek rond, zag mij m’n boodschappen inpakken, stak z’n hand op en zei met een stralende glimlach ‘HOI’! Het was hartverwarmend, het mooiste moment van de dag. Dat soort momenten ervaren we omdat we er voor open staan. Soms zie je het, soms zie je het niet. Onderweg op de fiets kan je genieten van de omgeving, van de wind en de wolken. ’s Avonds kan je aandacht besteden aan het eten dat je klaarmaakt en door misschien net even iets meer te koken de buurman een plezier te doen, omdat hij deze week alleen thuis is en niet zo handig is in de keuken. Plezier kan je ervaren door te kijken naar spelende honden die aan het ravotten zijn in het park voor deur. Er is zoveel meer. Liefde is geven en ontvangen met aandacht. En dat laatste woord: ‘aandacht’ is denk ik waar het allemaal mee begint. | ||||||
Wat we leren van spreeuwen Dialoog: de magie van organisatieontwikkeling Twee meiden in een kano worden ‘overvallen’ door een zwerm spreeuwen. Duizenden vogels bewegen in zwermen, alsof er een balletvoorstelling gegeven wordt, geregisseerd door Onze Lieve Heer persoonlijk. Wij als kijkers zijn met stomheid geslagen. Het lijkt een magische dans, waarbij de dansers de patronen aanvoelen. Vogels kunnen het, maar vissen ook en kuddes wilde paarden zijn er mee groot geworden. Wij mensen kennen het ook, soms als we niet denken en ons hart de weg laten bepalen. Ons denken is erg functioneel, maar kan soms ook behoorlijk in de weg zitten. Ik werk al jaren in organisaties en sta soms met verbijstering te kijken naar de moeite die we hebben om samen tot teamvorming te komen en organisaties zo te laten draaien dat het hechte gemeenschappen worden. We worden gefascineerd door het ‘hoog-laag’ denken, we vinden het heerlijk om te discussiëren en ons gelijk te halen. Het is niet dankzij elkaar, maar ten koste van elkaar dat we onze doelen bereiken. Wat is er nodig om een dialoog te beginnen en onze verschillen te verwelkomen in plaats van ze te gebruiken als wapen. Een organisatie als gemeenschap zien, waarbij dialoog het middel is om tot creatie te komen. Het geeft kracht en verbindt ons met onze natuurlijke staat van zijn. Het doel van een dialoog is niet om te analyseren of iemand anders te overtuigen. Dialoog is veel meer gericht op loslaten van eigen stellingen en overtuigingen. Je openstellen voor wat er ontstaat of zich aandient. Dialoog is een vorm van bewustzijn, die vertrouwen biedt en verbinding stimuleert. In het oordelen ontstaat de afscheiding voor de mening van de ander. Zo voorkom je het ontstaan van groepsbewustzijn en bestaat de kans van fragmentatie en afscheiding. Het doel van dialoog is synchroniciteit, waarbij we vanuit een dieper weten verbinding maken met de groep, als onderdeel van het geheel. Een gemeenschap is niet gericht op overleven ten koste van elkaar, maar samenwerking ten dienste van elkaar. We hebben behoefte aan erkenning van onszelf als uniek wezen en behoefte aan verbondenheid met elkaar. Dat geldt voor kleine systemen als de familie of het gezin en voor grote gemeenschappen zoals organisaties of allianties. Dialoog is een ecologisch principe, dat overal op onze planeet terug te vinden is. Het gaat niet over denken, maar veel meer over het openen van het hart en het volgen van de energie die dan ontstaat. Voor mij is het een vorm van liefde, anderen kennen het als flow. | ||||||
Behandel mensen als eikels en ze zullen eikels blijven Behandel ze als potentiële eiken en ze zullen groeien tot wie ze kunnen zijn. [1] Een paar maanden geleden zat ik in de auto toen ik gebeld werd door een opdrachtgever die me uitnodigde om eens te komen praten. Precies een week later op de afgesproken plaats en het juiste tijdstip arriveerde ik aan de poort van een fabriekscomplex. Tot mijn verrassing werd ik ontvangen door een grote groep mannen in oranje FNV-ACTIE-vestjes. Er was een staking uitgebroken en ik zat er zomaar ineens midden in. Binnen trof ik mijn opdrachtgever druk telefonerend aan. Hij was vergeten dat ik hem zou bezoeken, maar was ook wel blij dat ik er was, omdat ik nu live kon meemaken waar het allemaal om draaide. ‘Kijk’, zei hij, ‘het probleem zit’m in een gebrek aan communicatie. Die mensen zijn zo gesloten, ze moeten veel opener communiceren’. De conclusie die mijn gesprekspartner getrokken had, was dat het bedrijf onder de algemene neerwaartse conjunctuur leed en er zonder communicatiecursus niet bovenop zou komen. Wat me al gauw duidelijk werd was dat de, uitgesproken effectieve, communicatie aan de poort een gevolg was van de dagelijkse way-of-life. Een organisatie die jarenlang top down gestuurd wordt en niet meebeweegt, roept een wijze van werken over zichzelf af, waarbij effectief communiceren een minor issue is. Als je het ‘eco-systeem’ niet verandert, zullen werkelijke veranderingen niet tot stand gebracht worden. De oorzaak van dit soort conflicten ligt steeds vaker in de newtoniaanse aanpak van psychologie en leiderschap, waarbij we met kracht veranderingen in gedrag proberen er door te drukken. Het past alleen niet meer in deze tijd, we ervaren het als vernederend en geestdodend. Het is een totale ontkenning van ons ware mens-zijn. De enige manier om de hele mens te laten participeren is door je collega’s in hun heelheid aan te spreken: als wie ze zijn en kunnen zijn. Een eikel heeft een heel eco-systeem nodig om eik te worden. Waarom zou dat voor mensen anders zijn. Dan hebben we het dus over een werkgemeenschap die steunt op universele principes. In zo’n gemeenschap mag je kwetsbaar zijn en opbloeien, groeien tot wie je kunt zijn. Als dat niet mogelijk is, blijven mensen de gevangenen van emotionele verdedigingsmechanismen. Meer angst dan vertrouwen leidt tot een reactieve persoonlijkheid gericht op afzetten tegen in plaats van omarmen en samen bouwen. Twee fenomenen die een echte relatie in de weg staan zijn: angst om afgewezen te worden (het archetype van de afhankelijke ‘Wees’ uit je kindertijd) en de angst om je vrijheid te verliezen (de archetypische ‘Zwerver’ uit je pubertijd). Gelukkig zijn er andere mogelijkheden. In een uitzending van VPRO’s ‘Tegenlicht’ van 18 feb 2013 komen vertegenwoordigers van twee Nederlandse bedrijven aan het woord, die inhoud geven aan het idee dat voedende eco-systemen in organisaties ruimte bieden aan ontwikkeling. Laat de teugels vieren, geef ruimte, ga in gesprek en transformeer samen naar nieuwe gezonde structuren. Richt je op organisaties met een eco-systeem die ruimte bieden voor potentiele groei, waarbij samen bouwen (de coöperatieve gedachte) en relaties aangaan, de basis vormen. Dat is bedding creëren, een voedingsbodem laten ontstaan, waarop flexibilteit en innovatie gestoeld kunnen worden. Het zijn geen piramide-vormige ‘hoog-laag-structuren’, maar netwerken die gebouwd zijn op gelijkwaardigheid, wederzijds respect, menselijke waarden en ondernemend geluk. [1] In deze blog heb ik gebruik gemaakt van teksten uit: ‘Door de bomen het bos zien’ (Isbn: 9789086690466) van Jan Bommerez en René Hoppenbrouwer. Het boek is in herdruk en zal in de loop van dit jaar opnieuw verschijnen. | ||||||
Vragen bewegen, antwoorden staan stil Over Flow en The Field Sinds ik zo’n twaalf jaar geleden de overstap maakte van de Defensieorganisatie naar mijn eigen trainings- en coachingsbedrijf lijkt het alsof de wereld sneller is gaan draaien. Werken met je ‘eigen’ opdrachtgevers die je dankbaar zijn voor de adviezen die je geeft, is fantastisch. Het geeft een bak energie en het lijkt steeds alsof er weer een jaar nog sneller voorbij is gegaan dan het voorgaande. Misschien ben ik me nu meer bewust van het bestaan, als zelfstandige? Het kan zijn dat het vertrouwen van opdrachtgevers, me veel energie geeft. Wat me in elk geval fascineert is de invloed die ik als eenling hebt op de ontwikkeling van de mensen in het bedrijf dat ik adviseer. Ik weet niet of het komt omdat ik nu ouder ben en anders kijk dan vroeger. Zeker is dat het past bij dat wat Mihaly Csikszentmihalyi schrijft over flow. Een staat van moeiteloze inspanning die je voelt als je een prestatie hebt neer gezet waarbij je denkt dat het de beste is van je hele leven. Ik heb dat gevle van flow echt niet altijd, maar wel veel vaker dan vroeger en dat is heerlijk om te ervaren. Een staat van zijn, die ik steeds weer op zoek. Flow ontstaat onder meer door een optimale verdeling van twee aspecten: ‘uitdaging’ en ‘vaardigheid’. Uitdaging betekent voor mij dat ik iets doe, dat ik spannend vind. Ik weet dat ik het kan, maar er zijn zoveel factoren die mis kunnen gaan, dat ik alles uit de kast moet halen om het project te laten slagen. Opwinding, angst en bezorgdheid brengen me uit m’n evenwicht, maar geven me ook de kick en de kracht om het avontuur aan te gaan. Om dat te kunnen doen heb ik al m’n vaardigheden nodig. Kennis, kunde en ervaring spelen een belangrijke rol, maar ook moed, creativiteit en de wil om het goed te doen. Dan, als alles samenkomt, is er de ontlading. Dan lijkt het inderdaad alsof Onze Lieve Heer even meekijkt en het stuur kort overneemt. Het gevoel dat het moeiteloos ging, blijft over. Hoe is dat bij jou? Ken je dat gevoel? Zoek je de spanning op, die ontstaat als je bijna over je grenzen gaat? Weet je wat er met je gebeurt als je alles gegeven hebt? ‘Vragen bewegen, antwoorden staan stil’, past bij flow. Het is zo’n zen-achtige stelling die je in verwarring kan brengen en ontstaat in de dagelijkse praktijk van inspireren, coachen en leidinggeven. In het stellen van de vraag ontstaat de magische dynamiek die in het hoofd van de ander nieuwe wegen laat ontstaan. Hoe vaak zijn we als coach geneigd om direct antwoord te geven op de vragen van onze coachee en hoe vaak vergeten we dan dat de vraagsteller door de vraag te stellen zichzelf in de weg zit? Gun hem of haar dat moment van verwarring. Flow gaat niet vanzelf. Topprestaties neerzetten vereist discipline, doelgerichtheid en heel veel training. Door het stellen van de juiste vraag en het laten vallen van stilte kan uit flow opnieuw flow geboren worden. Dat is de magie van mijn werk, en het boeit me mateloos. In ‘The Field’, een stukje uit de film ‘De Legend of Bagger Vance’ wordt een tipje van de sluier opgelicht: | ||||||
Het nieuwe denken heet waarnemen Ik hoorde ooit eens iemand vertellen dat toen Columbus Amerika ontdekte er een stel Indianen op het strand stond, die pas het gevoel hadden dat er gevaar dreigde toen ze de eerste mannen aan boord van de schepen zagen. De schepen, die al veel eerder aan de horizon verschenen waren, ‘zagen’ ze niet omdat ze eenvoudig genoeg nog nooit een schip op zee gezien hadden. De hersenen konden de visuele signalen niet vertalen in ‘iets’ dat herkenbaar als herinnering was opgeslagen. Zelf had ik een soortgelijke ervaring toen ik vorig voorjaar in het zuidwesten van Spanje langs golvende landbouwpercelen naar Sevilla reed. Het was een prachtige voorjaarsdag en we waren vooral aan het genieten van de warmte en de rijwind, toen ik in de verte een toren in het landschap zag. Het was een raar futuristisch gezicht omdat het leek alsof er uit de bovenkant van die toren een fel wit licht straalde. Eerst dacht ik dat het een brugpijler was waar ik naar keek. De stralen leken op de tuidraden van een brug. Al gauw zag ik dat het echt licht was. Maar het was ongelofelijk fel, en dat overdag! Hoe dichter we in de buurt kwamen hoe meer ik er van overtuigd was, dat ik me niet vergiste. En het bijzondere was dat er nog een tweede identieke toren naast stond. Iets kleiner maar met dezelfde lichtstralen. Een klein uur later stonden we voor het hek van wat bleek de op dat moment grootste solar-toren ter wereld. Een energieproject dat zonne-energie en parabolische spiegels gebruikt om een stoomturbine aan te drijven. Jan Bommerez [1] zegt: ‘Onze hersenen zijn een gesloten systeem en zelfbevestigend. Ze kunnen alleen herkennen wat ze al weten. Als de hersenen de leiding hebben, leer je nooit echt nieuwe zaken’. Stel de oordelen die je hebt even uit (ik dacht aan buitenaardse invloeden en dat stelde me niet echt gerust). Het zijn pogingen van onze hersenen om nieuwe informatie te integreren in oude informatie, of die informatie te verwerpen omdat ze nergens bij past. De hersenen willen gelijk hebben, maar wij zijn sterker dan dat. Als we niet bang zijn en geen oordelen vellen, maar open staan en blijven waarnemen, dan voelen we dat er ontdekkingen liggen achter de horizon, dan is er werkelijk iets te leren. Zo kan het zijn dat je iemand ontmoet, die je zo op het eerste gezicht afwijst, omdat zijn gedrag, z’n kleding of misschien z’n tongval je niet bevalt (de befaamde blokkade van het ego dat de hersenen regeert). Blijf open staan, en neem ongedwongen waar. Laat je verrassen, er is meer! In negen van de tien gevallen blijkt dat te kloppen. Volg je hart, als je oordeelt stop je met waarnemen. [1] Uit: ‘Door de bomen het bos zien’ met René Hoppenbrouwers ISBN 9789086690466 | ||||||
Buiten de lijntjes kleuren Is er wel eens aan je gevraagd of je graag buiten de lijntjes kleurt? Mij overkwam dat laatst en ik realiseerde me dat ik daar eigenlijk nooit zo over had nagedacht. Buiten de lijntjes kleuren is me op de kleuterschool al afgeleerd. Het was een belangrijk deel van m’n opvoeding, om te weten wat wel en wat niet hoort. Ik groeide op in zuidoost Groningen in een streek die Westerwolde heet. Als jongetje van amper vier wist ik nog weinig van de wereld. We kwamen uit Den Haag en dat lag blijkbaar in een deel dat Holland heet, want iedereen zei dat ik uit Holland kwam. In Holland spreken ze anders dan in Groningen en het duurde niet lang voor ik Gronings verstond en ook sprak. Het is de normaalste zaak van de wereld dat je je aanpast aan je omgeving, maar thuis gelden andere regels. Gronings was voor op school en Hollands was voor aan tafel. Pas veel later begreep ik dat dát ook iets te maken had met binnen de lijntjes kleuren. Op weg naar school fietste ik langs de Ruiten A. Het is een smal riviertje dat ik kruiste bij het witte bruggetje. In die tijd werd het riviertje gekanaliseerd. Ik weet nog dat het onderdeel was van de ruilverkaveling, een woord dat ik maar moeilijk kon uitspreken, laat staan begreep. Toen we een keer tijdens het schoolkwartier ‘landjepik’ speelden werd me door onze buurjongen (hij woonde op een boerderij vlak buiten het dorp) duidelijk gemaakt wat ruilverkaveling betekent. Ruilverkaveling gaat over grenzen trekken en over vruchtbare en minder vruchtbare grond die geruild werd. Dat het allemaal niet zo rechtvaardig was bleek wel aan de manier waarop hij z’n neus ophaalde en me aankeek. De Ruiten A werd onberispelijk recht en strak, alsof ze er met een grote ploeg één lange diepe voor in getrokken hadden. Op weg naar huis zag ik hoe er stuwen werden aangelegd en kleine dijkjes. De wallen werden gemaaid en het leek alsof het riet zomaar, van de ene op de andere dag, verdwenen was. Veertig jaar later ben ik weer in Westerwolde. We staan met de caravan op een kleine camping tussen de graanvelden. Als ik door de bossen fiets realiseer ik me hoe mooi het er nog steeds is. Toen ik twaalf was verhuisden we en nu, na jaren zie ik de Ruiten A weer terug. Tot mijn verbazing zijn de strakke dijkjes en de stuwen weggehaald. Op een bordje lees ik dat er ijsvogeltjes broeden en dat je bij de theeschenkerij van staatbosbeheer het kaartje van het gebied kan halen. Toch nog iets met lijntjes. De Ruiten A staat voor mij, voor meanderen en buiten de lijntjes kleuren, voor meebewegen en leven. Leven met de stroom. | ||||||
Het Geluk van Almelo |
||||||
Liefde, Geluk en Ondernemen Waar komt de liefde voor het ondernemen vandaan? Waardoor wordt een ondernemer geïnspireerd? Wat zorgt ervoor dat hij warm loopt en het beste geeft van zijn kunnen? Mijn stelling is dat liefde en liefdesenergie onvoorstelbaar krachtige bronnen zijn, die ons elke dag weer bewegen tot het creëren van de mooiste en meest waardevolle bijdragen in ons leven en ons werk. Het is de kracht van het hart, meer nog dan die van het hoofd, die ons versteld doet staan en er voor zorgt dat we meer en beter presteren dan we voor mogelijk houden. Ondernemers zijn het zich vaak niet bewust, maar kunnen zich als geen ander inleven in de kracht van het hart. Het zijn de mannen en vrouwen van de ‘eigen weg’ die, geholpen door passie en visie, zoveel mogelijk ongebonden en in vrijheid tot creatie komen. In het begin lijkt het op het leven van de jong verliefde tiener, die geen belemmeringen ziet en vol voor het avontuur gaat. Maar het avontuur kent ook z’n schaduwkanten en z’n diepe dalen. Ondernemerschap vereist dan het hartsverlangen om toch door te zetten en dromen waar te maken. Geluk en geluksbeleving vormen, meer nog dan geldelijk gewin, het resultaat. Het is díe voldoening waar ze uiteindelijk naar op zoek zijn. Het zijn momenten waarop het leven met hoofdletters geschreven wordt als ze zich realiseren dat de offers die ze gebracht hebben het dubbel en dwars waard zijn. Ze putten vanuit eigen kennis en ervaring en krijgen daardoor energie. Het is de overtuiging dat ze het beste van zichzelf geven, die hen sterkt. In het boek ‘Ondernemend Geluk, dat Clara den Boer en ik gemaakt hebben, werden we vanaf het begin geïnspireerd door de ondernemer. We zagen in hem het voorbeeld van het individu dat zelfstandig groei en ontwikkeling nastreeft en verantwoordelijkheid voelt voor mens, dier en milieu. Hoewel er in het boek maar een paar ras-ondernemers aan het woord komen, wordt de metafoor van het onderwerp in alle verhalen gevoeld. Of je nou politicus, wetenschapper, kunstenaar of topsporter bent, om gelukkig te worden luister je naar je hart en stap je uit de schijnbare veiligheid van het bekende. Je mag leren om het beste van jezelf te geven en te ervaren dat ontvangen een andere vaardigheid is. Bovenal gaat het erom dat je 101% jezelf bent en steeds weer terugkeert naar je kern, ook wanneer het tegenzit. Geluk geef je door Als je hoofd gaat voelen en je hart gaat denken, gaan je handen vanzelf de goede dingen doen! Ton Constandse Promo: Ondernemend Geluk: Boek en DVD |
||||||
Hoe kun je de kleur van de wind uitleggen? 1-daagse workshop: familie-opstellingen Voor wie?
Wat houdt systemisch werken in? De familieopstelling; hoe gaat dat? Wat kan ik ermee?
Investering eendaagse workshop Door wie? In de praktijk betekent dat het samen creëren van een evenwichtige leef- en werkomgeving, waarin je je thuis voelt en je vrij bent om werkelijk te geven en te ontvangen. Hij doet dat door in organisatieveranderingstrajecten en bij vragen rond persoonlijke ontwikkeling 'van kern tot kern’ te werken. Ton was jaren werkzaam als leidinggevende binnen de overheid en begon 14 jaar geleden zijn eigen bedrijf Contact Training, Advies en Coaching. Hij is interventiekundige, trainer/coach met als aandachtsgebieden: Psychodrama, Energetisch werk, NLP, Voice dialogue, TA en organisatieopstellingen. Informatie en inschrijving Contact TA&C Inschrijvingsvoorwaarden “Alles wat er niet mag zijn, dat is er in de schaduw” |
||||||
De Lichtdrager Hij gaf aan ons het Licht Om het in de wereld rond te dragen Reflecties van Hem op ons gericht waarbij we ons steeds staan af te vragen... Wie we zijn en wat we willen Wat ons doel op deze aarde is Hoe we bouwen, van wie we houden En of het leven al voor ons is beslist Het zijn niet de juiste vragen Ze missen de essentie of zijn niet goed gesteld Het gaat Hem om de liefde voor de ander En wat we daarvan zeggen of aan elkaar hebben verteld Dus we hebben werk dat niet kan wachten Een grootse taak die elke dag om aandacht vraagt Ontsteek het licht en hou het brandend Het is de Liefde die de schaduw heeft verjaagd We wensen je licht in je bestaan. Licht om uit te stralen, om door te geven om te ontvangen en vooral om bij te vieren. Fijne feestdagen en een licht 2012! (De foto is gemaakt in Malaga en laat een jongetje zien dat, tijdens de jaarlijkse paasprocessie, op de schouders van zijn vader in het licht wordt gedragen.) |
||||||
Gevangen |
||||||
Pianoles We zijn zo'n twee jaar geleden begonnen met pianoles. Het lijkt misschien raar, tenslotte welk stel dat de vijftig gepasseerd is gaat nu nog piano leren spelen? Je kan je dan afvragen of er nog wat is dat je moet inhalen? Anderen kopen een motor of een cabrio. Nee, bij ons is pianospelen meer op z'n plaats. Het lijkt misschien zoiets als een onbewuste hunkering naar een te snel vervlogen jeugd, maar in de wens pianoles te nemen kwam het jarenlange verlangen om een muziekinstrument te bespelen opnieuw naar boven. We konden voor weinig een tweedehands piano aanschaffen en de aanmelding bij de muziekschool was zo gepiept. Maar dan, hoe ga je verder? Zonder dat we het er echt over hadden gehad voelden we beiden een bepaalde angst: ‘Het zal toch niet weer oeverloos nootjes pingelen worden’? Toonladdertjes hameren zonder herkenbare melodie? Nee, dáár waren we het allebei over eens. We've been there, done that! Het leidde indertijd tot veel gedoe en een snel tanende belangstelling bij blokfluit (van haar) en de trompet (bij mij). Wat we willen is een leuk oefenboek en een leraar die snapt dat we niet voor een klassieke pianoles komen. En dat.... is gelukt! Het is een bijzonder proces geworden, waarbij ik me steeds weer realiseer hoe belangrijk het is om me ook na mijn vijftigste te onderwerpen aan leerprocessen en individuele ontwikkeling. Pianospelen is niet alleen leuk en geeft me een bepaalde ontspanning. Het gaat ook over oefenen en geconfronteerd worden met de discipline die nodig is om mezelf er steeds weer toe te zetten. Want het zit tenslotte ook wel eens tegen. Vaak is het zweten als ik moet voorspelen en naast m'n leraar zit (vriendelijke man, de rust zelve). En ik merk wat het met me doet als zij (mijn lief) haar tijd beter benut heeft en meer heeft kunnen oefenen. Dan luister ik en hoor hoe ze soepel en zonder fouten speelt. Mijn interne ‘regisseur’ kan zich dan melden, waardoor ik ernstig teleurgesteld ben in mezelf. Hoe gek het ook klinkt, dát zijn allemaal ‘bijproducten’ van een belangrijk leerproces. Tenslotte is groei vooral ook een proces van bewustwording. Wat me in het hele proces echt opvalt is dat m'n handen vaak iets anders doen, dan m'n hoofd wil. Ik zie de akkoorden, ken de noten en merk toch weer dat er andere tonen ontstaan. Dat proces van hoofd-hand-coördinatie is een hele gekke ervaring en het hoort ook bij het leerproces. Gelukkig zijn er ook steeds vaker momenten waarbij m'n handen en mijn hoofd wel goed samenwerken bijna vanzelf leren om een stukje te spelen. En dat is geweldig om te ervaren. Leren is een inspirerend en bijzonder fascinerend proces, daarnaast is het heerlijk om het spel samen aan de piano te beleven. |
||||||
De zon weerkaatste de herinnering We liepen op een ochtend over de Lemelerberg, Jos en ik. Het is altijd bijzonder als Jos en ik wandelen. Niet zozeer omdat we voor de omgeving een wat zonderling stel zijn, want dat zijn we niet. Het is ook niet dat het een bijzondere gebeurtenis is, omdat we niet zoveel samen wandelen. Dat is het wel, want we wandelen niet zo vaak. Nee de echte reden is de manier waarop we wandelen. We wandelen namelijk vanuit de overtuiging dat elke stap een bijzondere ervaring kan opleveren. Het woordje ‘we’ is niet helemaal terecht, het is meer Jos, die vanuit die overtuiging wandelt. En omdat veel van zijn passen gepaard gaan met bijzondere waarnemingen, gaat het allemaal erg langzaam. We staan veel stil, kijken of nemen waar (als het erg serieus wordt) en dan komen de verhalen. Jos is daar goed in, in het verhalen vertellen. En omdat ik een dankbare luisteraar ben, vertelt hij graag. Zo ook die ochtend op de Lemelerberg. Het is zo’n berg waarvan de omgeving met recht zegt dat het een berg is, want hij valt op in het landschap. De Lemelerberg is nadrukkelijk een onderdeel van de Sallandse heuvelrug en dus echt wel aanwezig. Maar voor een beetje berg-mens, zeg maar de gemiddelde Zwitser, Oostenrijker of de Noorse fjordenautochtoon, is het niet meer dan een forse molshoop in het platte weidelandschap. Nou op die berg liepen we toen Jos wees op een houten bankje. Zo’n bankje dat op een plaats staat waarvan iemand met verstand van uitzichten en uitrustplekken gedacht zal hebben, ‘hier moet’ie komen’. Het is een verantwoorde plek, want het bankje staat tussen de jeneverbesstruiken en kijkt uit over de weilanden helemaal naar de energiecentrale van Zwolle. ‘Dat bankje’, zei Jos, ‘is bijzonder. Kijk maar’! Ik vroeg me even af wat hij bedoelde, maar al gauw werd het me duidelijk. Het bankje onderscheidde van zijn soortgenoten zich door het metalen plaatje met de inscriptie. Ik las de tekst en werd er een beetje stil van. ‘Dat plaatje’ zei Jos, ‘is een herinnering aan Inge. Inge was de dochter van de boer die daar beneden in die boerderij woont’. Hij wees en ik zag in de ochtendzon een mooie Sallandse hoeve, beneden in het dal. ‘Inge was een vrolijke en slimme meid’. Volgens mij zei hij zelfs dat het een mooie meid was, maar dat weet ik niet meer zeker. In elk geval was ze levenslustig, tot het moment dat ze ziek werd. Inge kreeg last van een hersentumor en overleed korte tijd later. Als de zon zo op dit plaatje schijnt, dan weerkaatst de schittering beneden in het keukenraam van de boerderij en dan is het net alsof ze haar licht in de kamer werpt. Zo vertelde haar vader, toen hij Jos op een van zijn wandelingen op de berg tegenkwam. Inge, ik heb haar nooit gekend, maar het verhaal is ontroerend, het plaatje bijzonder en de schittering blijft. ’s Ochtends op een bankje, aan de rand van de Lemelerberg. |
||||||
Buitenspel Het blijft steeds weer fascineren, die beelden tijdens het WK, waarop een spits bijna tot scoren komt en dan wordt afgevlagd voor buitenspel.
Hoe zou dat voelen als je zó opgaat in het spel, dat je niet merkt hoe de tegenstander de buitenspelval opentrekt en ineens al je inspanningen voor niks zijn? Wat gaat er dan door zo’n speler heen? Hoort dat gewoon bij het spel? Is het ‘all in te game’, of voelt hij het als een persoonlijk falen? Even niet opletten en voor paal staan in de ogen van 20.000 toeschouwers? Die beelden, die we nu zo’n beetje dagelijks op televisie voorgeschoteld krijgen, horen bij het spel dat voetbal heet. Het wordt heel anders als je als directeur van een grote organisatie door je aandeelhouders aan de kant wordt gezet. Als top-speler ben je dan ineens verwikkeld in een juridisch steekspel en ben je overgeleverd aan een andere krachten, waarin macht en onmacht de regels bepalen. De media duiken op het verhaal, geven er een eigen draai aan. Voor je het weet sta je langs de kant. Je wordt niet zomaar afgevlagd, je krijgt een rode kaart en je wordt meteen verzocht het stadion te verlaten. Dr. Ir. Eppo Bolhuis had die ervaring. Als directeur van Twente Milieu werd hij ‘per direct geschorst’. Via Google vind je de resten van een oude geschiedenis. De werkelijke achtergronden van dat verhaal blijven voor de buitenwereld verborgen. Als onderdeel van de juridische afwikkeling is verweer niet meer mogelijk. Wat blijft is een zeer capabele bestuurder/adviseur met een uitstekende staat van dienst, die nu langs de kant staat. Ik spreek Eppo maandelijks, heb de frustratie gezien en tevens zijn kwaliteiten herkend. Eppo Bolhuis is een waardevolle bestuurder die op het vlak van publiek private/ samenwerking veel ervaring heeft opgedaan. Via dit filmpje kan je nader kennis maken: www.contact-tac.nl/video/bestuurder Linkedin pagina: http://nl.linkedin.com/pub/eppo-bolhuis/12/46a/361 | ||||||
Oud worden aan de westkust van Canada Tijdens onze reis door het westen van Canada reden we langs de kustlijn noordelijk van Vancouver. Het lijkt er een beetje op de scherenkust van west Zweden. Kleine rotsige eilanden, schitterende vergezichten en veel naaldbossen. Het water, de zon en de wind speelden een geweldig spel dat me onafgebroken boeide. Rijdend in onze kleine maar riante camper zagen we hoe de kustlijn van eilandjes, door veerboten aan elkaar geregen werd. Alsof het een kralenketting was, die door een hoger creatieve macht in het landschap en in mijn gedachten werd neergelegd.
Zo rond een uur of twaalf besloten we te lunchen. Langs de rustige provinciale weg aan een open baai zaten we in de zon op vouwstoeltjes een broodje te eten, toen er een ouder stel de steiger voor ons opwandelde. Het was zo’n oude houten steiger, gemaakt van het alom aanwezige naaldhout. Grove rechte, lange palen droegen een bescheiden wandeldek de zee in, waardoor je – als je erop zou lopen – het gevoel zou hebben een wandeling boven water te maken. Hij droeg zijn hengel, zij een zomers hoedje met paarse bloemetjes. Het was een Aziatisch paar, al! lang met de vut, zo schatte ik in (alsof ze dat kennen in Canada). Hij liep wat voorover en had een zware tred, zij schikte zich met soepele pasjes in zijn tempo. Het beeld hield mijn oog gevangen. Ik had het gevoel dat ze hier vaak kwamen, dat ze dit pad over de steiger vaak liepen. Zo samen in hun eigen tempo. Toen ze aan het einde van de steiger kwamen, begreep ik wat het doel was van hun wandeling. Hij stelde zich op aan de rechterkant van de steiger, die daar in de vorm van een T, een splitsing maakte en zich aftekende tegen de horizon. Hij ontrolde het snoer van zijn werphengel en wierp met een geroutineerde zwaai, aas, lood en dobber de zee in. Zij wandelde met rustige passen naar het linker gedeelte van de pier en draaide zich daarna om. Ze stond rechtop. En het leek alsof ze minutenlang naar hem keek. De wind en de zon, hielden haar in een schijnbaar evenwicht. Toen kwam ze langzaam in beweging. Haar armen bracht ze langzaam naar voren, het was alsof zenaar hem wees. Daarna maakte ze de eerste schreden die afgewisseld werden met een gracieuze buiging en een draaiing van haar lichaam. De bewegingen van armen, benen, voeten en handen volgden elkaar op in één gracieuze vloeiende dans. Bewegingsmeditatie, Tai Chi, aan een kustlijn in Canada. Wij waren toeschouwers van een energetisch beeld dat in evenwicht was. Hij vissend met zijn werphengel. Soms zijn haakje en dobber controlerend, dan weer stil in afwachting. Zij de ruimte innemend met haar vloeiende bewegingen. Zorgvuldig en geconcentreerd, volledig in het moment gevangen. Een ouder stel, samen op een steiger aan de kustlijn van Canada’s westkust. | ||||||